50 pagina’s van mijn roman Coma zijn gereed. Bijna drie hoofdstukken. Een kwart van het boek. Het boek handelt niet alleen over de relatie tussen een zoon en een vader die in coma ligt. Ook ethische dilemma’s komen ter sprake. En natuurlijk de vraag: wat is de persoonlijke identiteit als het bewustzijn of de ziel verloren gaat? Hieronder een fragment uit hoofdstuk 2.
Ik staarde naar het journaal. Prins Friso was veertig meter meegesleurd en had meer dan twintig minuten onder de sneeuw gelegen. Na een langdurige reanimatie was het hart van de prins weer op eigen kracht gaan kloppen. Elf reddingswekkers en twee helikopters waren ingezet om hem te redden. Bij mijn vader slechts twee ambulancemedewerkers en een ziekenwagen. Maar het verdomde resultaat was hetzelfde. Ik zag de koningin en Prinses Mabel het ziekenhuis in Innsbruck binnentreden, hun gezicht verborgen achter een donkere zonnebril. Ik wist precies wat ze voelden. Benen die wel honderd kilo wogen. Een hoofd dat explodeerde van de vragen. En angst, vooral dat. Doodsangst die via elke porie het lichaam binnendrong en het denken volledig lamlegde. Ik had naast ze moeten lopen en vertellen dat coma geen dood betekende, maar ook geen leven. Dat je als familielid zweefde in dikke mist waarin niemand je de weg kon wijzen. Waarin je geen flauw benul had welke kant je op moest lopen. Maar ze zouden me niet horen, dat wist ik. Ze zouden alleen maar de stem van hun eigen gedachten horen: komt het nog wel goed met Friso.
De nieuwslezeres vroeg aan de Oostenrijkse verslaggeefster of het klopte dat de prins buiten de piste had geskied.
‘Er was toch sprake van verhoogd lawinegevaar? Was het wel verantwoord van de prins om daar te skiën?’
‘Godverdomme, trut,’ riep ik tegen het scherm. ‘Daar gaat het helemaal niet om!’
De laatste woorden schreeuwde ik. Dat eeuwig Nederlands vissen naar de schuldige. Barbertje moest hangen, ook al lag hij halfdood in een ziekenhuis. Eigen schuld, dikke bult. Zou ze dat ook vinden van mijn vader? Dat die bloeding kwam omdat hij zelf had besloten om te stoppen met drinken?
De Oostenrijkse aarzelde. ‘Het gebied was niet afgezet,’ zei ze voorzichtig. ‘Je kon er dus op eigen risico skiën.’ Je zag in haar ogen dat ze de vraag van die Hollandse troela net zo impertinent vond als ik.
Ik zag beelden van de koningin en Mabel die het ziekenhuis uitkwamen, elkaar ondersteunend, nog steeds met die bril op, terwijl het hartstikke donker was. En toen moest ik huilen. Er was toch niemand die het zag.