Geen zin

Gisteren moest ik op mijn fiets vol in de remmen trappen voor een mokkende hond. Zijn bazinnetje trok met een gezicht vol wanhoop aan de lijn, maar de labrador weigerde ook maar een enkele stap te verzetten. Een dapper beest. Midden op het asfalt, omringd door het gevaar van fietsers en gemotoriseerd verkeer, maakte hij een statement. Hij wilde niet verder. Het was koud, het waaide, er was geen vruchtbaar wijfje te bekennen. Hij had geen zin, dat zag je in zijn ogen. Dat beest wilde terug naar zijn mand, waar het warm was en een lekker bot wachtte om verder veroberd te worden. Zijn bazin deed manmoedige pogingen zijn lot te bepalen, maar het beest vertikte het om haar te gehoorzamen.

Vroeger hadden mijn ouders een teckel, Wanda, een beest dat nóóit ergens zin in had. Een schitterende hond. Als we ’s morgen beneden kwamen, keek ze ons eerst diep in de ogen, zuchtte daarna overdreven diep en draaide vervolgens met een weloverwogen beweging haar kop van ons af. Mevrouw meldde ons zo dat ze geen zin had. Elke dag. Opdat wij maar wisten hoeveel onrecht het mensdom de hondenwereld aandeed. Als ik haar uitliet, keek ze me altijd smekend aan. Hoe kon ik die kwelling haar toch aandoen?

Ik heb ook vaak geen zin. Bijna dagelijks vraagt mij iemand iets te doen waar ik helemaal niet achter sta. Lang deed ik uit opportunisme vaak wat me werd opgedragen, maar tegenwoordig neem ik steeds meer voorbeeld aan Wanda en die labrador. Mensen noemen dat een verlaten puberteit. Maar misschien is wel gewoon dicht bij jezelf blijven. In mijn mand ligt ook een onafgekloven bot te wachten: mijn idealen waar ik prachtig vorm aan wil geven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *