Eerste reactie op nieuwe roman: ‘valse beelden’

Op dit moment ben ik druk bezig met het schrijven aan mijn nieuwe roman. Voorzichtig vertelde ik mijn vader over onderstaande inhoud. Hij had er lang over nagedacht, bekende hij een paar weken later. Wat weet Marcel eigenlijk van mij, had hij zich dagenlang afgevraagd. Wat heb ik hem verteld? Toen we elkaar weer zagen vroeg hij of ik naar verhalen uit zijn jeugd wilde luisteren, gewoon, om hem beter te leren kennen. Daarna kwam zijn jeugd als een film voorbij. Den Haag, Zaltbommel, Den Helder, Leidschendam, Delft. Klein geluk, de moeizame relatie met zijn vader, zijn hoop, verdriet en boosheid. Ik prees mezelf bijzonder gelukkig met zoveel openheid. Is dat wat mijn boek gaat oproepen?

Valse beelden

Wat weet je eigenlijk van je ouders? Van hun drijfveren, ambities en twijfels? Van hun jeugd en opvoeding? Hun angsten? Ouders vertellen ze niet. Een kind vraagt er niet naar.

De vader van Andreas Witteveen krijgt een zware hersenbloeding en raakt in een diepe coma waaruit hij na vijf maanden ontwaakt. Hij verglijdt in een vegetatieve toestand en wordt opgenomen in een verpleeghuis. Andreas is gedwongen de woning van zijn vader te ontruimen. Elke kamer roept nieuwe herinneringen op, de film van zijn jeugd begint te draaien. Vergeten gebeurtenissen komen boven: de onzekerheid waar hij als kind onder gebukt ging, de boosheid van zijn moeder, de wanhoop van zijn vader. Tijdens het leeghalen van het huis waarin hij is opgegroeid, komt Andreas op het spoor van een gebeurtenis die zijn ouders voor hem verborgen hebben gehouden. Hij begint aan zichzelf te twijfelen, aan zijn ouders. Wat is waar? Waarom kan hij zich niets meer van zijn eerste levensjaren herinneren? Waarom ontbreken de foto’s uit zijn kindertijd?  En dan krijgt zijn vader een zware infectie. Als een God moet Andreas wikken en wegen over het leven van een man die opeens een vreemde is geworden.

‘Ik voel me niet zo lekker.’
Mijn vader legde de lepel terug naast het bord met soep.
‘Vind je het erg als ik even op de bank ga liggen, Andreas?’
‘Wat is er pa?’
‘Ik heb pijn in mijn nek. Hier.’
Hij wees niet. Zijn handen bleven bewegingsloos op tafel liggen.
‘Ik ben duizelig. Ik eh…’
Hij keek in de richting van de bank.
‘Ik eh …’
‘Pa?’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *