Bestaat de wereld eigenlijk nog wel? Steeds meer bekruipt mij het gevoel dat onze aarde niet meer is dan een mechanische stem in een routeplanner: over driehonderd meter rechtsaf, de derde afslag op de rotonde, bestemming bereikt. Ik moest eraan denken toen ik een meisje tegen een vriendin hoorde zeggen dat ze naar Ermelo ging. Naar Ermelo? Het vriendinnetje, vroeg met een vies gezicht waar dat dan wel niet lag. In haar stem klonken visioenen van een beangstigende stad door, met mensen, die bepaald niet het beste met je voor hadden. Het meisje antwoordde onverschillig dat ze het niet wist. Volgens de Tomtom was het een uurtje rijden, en daarmee was het onderwerp afgedaan.
Ermelo. Het dorp kan net zo goed liggen in Groningen. Of Limburg. Wellicht zelfs in het zuidwesten van België. Friesland is de hoofdstad van Brussel. Zwitserland ligt in Zweden. En voor de Veluwe moet je vier uur vliegen. Ik geef toe dat ook ik de Tomtom gebruik, alleen kijk ik altijd op de kaart welke route het apparaat voor mij heeft uitgestippeld.
Ik wil begrijpen waar ik naartoe geloodst wordt. Volg de snelweg gedurende veertig kilometer? Het vervreemd mezelf van de wereld om mij heen. Zuidwaarts richting Luik wil ik, en daarna straf naar het oosten, richting Koblenz, waar de Rijn meanderend de Duitse heuvels omzeild. Maar steeds meer mensen weten niet eens meer waar Duitsland ligt, de Tomtom ontneemt ons de noodzaak om na te denken. Nog zesenveertig minuten rijden. Het meisje vertelde dat ze voor de zekerheid dikke kleren mee zou nemen. Want ze had gehoord dat het in Ermelo soms wel dertig graden kon vriezen.