De juistheid van de papierversnipperaar

De minibibliotheek rukt op. Ze zijn in steeds meer straten te vinden. Mooi natuurlijk, die gratis boeken. Aan de andere kant tref ik in die straatbibliotheken zelden hoogwaardige literatuur aan. Veelal zijn ze gevuld met literaire thrillers. En boeken van Heleen van Royen, met vreemde vlekken bij haar foto op de achterkant.

Ook trof ik laatst het boek ‘Vrijen met een man, kan dat?’ van Gerda de Bruijn aan. Zo’n titel wekt nieuwsgierigheid op. Al bladerend ontdekte ik dat de 238 pagina’s waren gevuld met grote frustratie over het onvermogen van mannen om tot werkelijke liefde te komen. Deplorables waren het, om in Clintonsiaanse termen te blijven. Mijn blik viel stil bij de zin: ‘De man is niet in staat het lichamelijke met het geestelijke te verenigen. Het is aan de vrouw om dit bij de man te bewerkstelligen om een duurzame relatie te realiseren.’

Daar stond ik dan, mislukt midden op straat, het verkeer aan mij voorbijrazend. Uit de tekst meende ik op te kunnen maken dat ze uit teleurstelling over het mannelijk tekortschieten uiteindelijk lesbisch geworden was – en veganist, maar dat laatste is een vooronderstelling. Ik zette het boek hoofdschuddend terug, naast Pferdeflüstern kann jeder lernen. Het kon dus blijkbaar nog erger. Even overwoog ik dit boek mee naar huis te nemen en een nieuwe carrière te beginnen. Maar ja, ik ben bang voor paarden. En ik denk dat je ook als paardenfluisteraar het geestelijke met het lichamelijke moet verbinden. En dat ik kan nou eenmaal niet, volgens Gerda. Vijfennegentig procent van de gedrukte boeken schijnt door de papierversnipperaar te gaan, heb ik ooit gelezen. Gerda en de paardenfluisteraar bewijzen de juistheid daarvan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *