De kracht van de radio

Als jonge tiener luisterde ik bijna iedereen avond naar de radio. Heimelijk onder de dekens zodat mijn ouders het niet zouden merken. Licht uit, koptelefoon op, volume zacht. Ik luisterde altijd met gesloten ogen, het liefst naar praatprogramma’s. Ronflonflon – het werd woensdagavond om elf uur herhaald, weet ik zelfs nu nog – Met het oog op morgen, Langs de lijn. Daar onder die blauwe deken, waar ik mezelf als een klein kind veilig had gebakend in het witte laken, leek het alsof de mensen op de radio met mij spraken, persoonlijk, alsof ze me kenden en wisten dat ik me in die tijd niet zo fijn voelde. Hun stemmen vulden de stilte in mijn hoofd, de verlatenheid die zich destijds meester probeerde te maken van mijn leven. Soms viel ik met het radiogeluid in mijn oren in slaap. ’s Morgen ontwaakte ik dan met een andere stem die het nieuws van de dag presenteerde of de laatste nummers uit de hitparade liet horen. ‘Goedemorgen luisteraar’. Dat was dan het eerste dat ik op zo’n dag hoorde.

Ook nu heb ik de radio vaak aan. Veelal in de auto – als ik alleen ben, inderdaad. En nog steeds zijn het de mensen in praatprogramma’s die me tijdens mijn reizen over het asfalt vergezellen. Niet alleen met hun stem, het lijkt zelfs alsof ze naast me op de bijrijdersstoel zitten. Radio is een intiem medium, las ik laatst in een onderzoek. Mooi gezegd. Radio geeft je het gevoel in goed, vertrouwd gezelschap te zijn. Televisie krijgt dat niet voor elkaar, internet ook niet, sociale media evenmin. Daar zap je weg, swype je verder, klik je voort. Radio houd je vast. Je blijft luisteren, je wilt in het gezelschap blijven van de met jou pratende mensen of de speciaal voor jou gedraaide muziek. Radio is heel dichtbij. Niet zo gek dat in deze tijd van individualisering en persoonlijke vervreemding mensen steeds meer hun gezelschap zoeken bij de radio.

Ik ben dan ook zeer vereerd dat ik de gelopen twee jaar zomaar een column mocht voorlezen in het programma Delft Centraal op stadsradio Delft. Opeens zat ik aan de andere kant van de luidspreker – achter de microfoon. Het was nu mijn stem die zich op de bijrijdersstoel in de auto’s nestelde, via koptelefoons onder de warme dekens van luisteraars kroop, zich neervlijde op de sofa in huiskamers. Met trots geef ik het stokje over aan Marcel de Wit. Voortaan zal zijn stem naast u op de bank kruipen. Sluit uw ogen, net als ik als kind deed. Vol aandacht luisteren – we zouden het ook eens in het dagelijks leven moeten doen.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *