Literaire roman over kerkelijke klassenstrijd

Over de afscheiding in de Nederlandse Hervormde Kerk is veel geschreven. Wetenschappelijk. En altijd vanuit godsdienstig perspectief. Maar de kerkstrijd in 1834 reikte verder. Het was ook een botsing tussen de bestuurlijke en kerkelijke elite en de allerarmsten in de samenleving. Vanuit dat standpunt schrijft Marcel de Jong – schrijver bij uitgeverij Passage – de eerste literaire roman over deze belangrijke episode in de Nederlandse geschiedenis.

De Cock       Passage

Een portret van een jongen
In de woonkamer van mijn vader en zijn vrouw hangt, ietwat verscholen in een hoek, een geschilderd portret van een kleine jongen. Een aantal jaar geleden vroeg ik wie die jongen was. De vrouw van mijn vader vertelde dat de jongen haar grootvader was, de kleinzoon van de beroemde dominee, Hendrik de Cock. Ik had geen flauw benul wie die man was. Hierop kreeg ik een biografie van de dominee in handen gedrukt, en een Kamper Miniatuur over zijn vrouw, Frouwe Venema. Dan werd het tijd dat ik deze man eens leerde kennen, werd mij gedecideerd gemeld. Dan zou ik niet alleen haar voorouders leren kennen, maar ook kennis nemen van een bijzondere episode in de Nederlandse geschiedenis.

Onverdraagzaamheid
Met verwondering heb ik de boeken gelezen. Een onbekende wereld ging voor mij open. Ik verbaasde mij over de bewondering van de schrijvers voor de dominee. Maar wat vooral mijn aandacht trok, was de intensiteit van de kerkstrijd in 1834, de onverdraagzaamheid, de agressie, het onvermogen de ander te begrijpen, de onwil ook om dit te doen, uiteindelijk allemaal uitmondend in militair ingrijpen door Koning Willem I, gevangenisstraffen en een kerkscheuring.

Strijd tussen elite en de allerarmsten
Het verhaal boeide mij mateloos. Ik heb me daarna volledig in de kerkstrijd gestort. Duizenden pagina’s gelezen, verschillende studiereizen naar Ulrum gemaakt, gesproken met streng-gereformeerde dominees, een oud-docent Kerkgeschiedenis van de Theologische Universiteit Kampen. Een bizarre wereld rolde zich voor mij uit. Ik ontdekte dat de volgelingen van De Cock vooral de allerarmsten waren, de dagloners, turfstekers, de mensen die in de marge van de maatschappij functioneerden, kansloos en met minachting bekeken. Ik wilde begrijpen waarom vooral zij volgelingen van De Cock werden. Waarom zij de dragers van de afscheidingsbeweging werden. Ik ben in het leven van die mensen gedoken, in hun armoede, de ellendigheid van hun bestaan, het dedain waarmee de elite hen bekeek. En langzaam maar zeker begreep ik welke hoop mensen aan De Cock ontleenden. De kerkelijke en bestuurlijke elite was van mening dat je door goed en succesvol te leven in de hemel kon komen. Tja, als je dan straatarm en kansloos door het leven moet gaan, heb je daar maar bar weinig aan. De Cock predikte iets anders. Hij zei dat alleen God bepaalde wie het eeuwige heil zou krijgen. En voor hem was iedereen daarin gelijk, arm, rijk, belangrijk, onbelangrijk. Het was de werking van de Heilige Geest die bepaalde wie in de hemel zou komen. Niet de mensen. Die hadden daar geen invloed op. Nou ja, wel door de Heilige Geest toe te laten tot hun hart en zijn werking te laten doen. Opeens waren arm en rijk even nietig, even machteloos – gelijk dus. De uitverkiezing gold net zo min, of net zo veel, voor de armen als voor de mensen die het in deze wereld voor het zeggen hadden.

Bovendien sprak De Cock de bevindelijke en door emoties gekleurde taal van de allerarmsten op het platteland. Zijn woorden begrepen de mensen. Die spraken zij thuis, op straat, in de armoede van hun leven. De dominees in de andere kerken spraken academisch, onbegrijpelijke taal – studieboekentaal.

En wat De Cock ook deed, gestimuleerd door zijn vrouw Frouwe Venema, was contact onderhouden met de allerarmsten. Wat een verschil met de andere predikanten die schaamteloos neerkeken op turfstekers en dagloners!

Een nieuw perspectief op een bizar verhaal
Mijn roman speelt zich af in deze bijzondere klassenstrijd. Een nieuw perspectief, gesteund door literatuur, maar ontkend door een groot aantal schrijvers van gereformeerde snit.

Vooral hoop ik niet-christelijke lezers mee te nemen in een bizar verhaal uit de Nederlandse geschiedenis. Stel je voor: Koning Willem I die soldaten stuurt naar een klein dorpje in Groningen met de opdracht zoveel mogelijk te vloeken om de volgelingen van De Cock diep te kwetsen!

 

 

Een reactie plaatsen